Startpagina | Columbidae (duiven) | Multimedia | Afbeelding | Externe links |
Wetenschappelijke naam: Streptopelia decaocto (Frivaldszky, 1838) Nederlandse naam: Turkse tortel Engelse naam: Collared DoveVeldkenmerken: 32 cm. Verschilt van Tortelduif door iets groter formaat, smalle zwarte halsband aan achterzijde van nek en andere kleur. Bovendelen egaal bleek grauw- tot grijsbruin; in vlucht blauwgrijze schouders; kop en onderdelen lichter en grijzer, met enigszins roze tint, men name op borst. Staart met wit op buitenste staartpennen. Van onder af gezien, zowel in zit als in vlucht, kenmerkend patroon op staart van brede witte achterrand en donkere basale helft. Ogen rood. Geluid: Bij territoriale conflicten en voor landing vaak een nasaal, iets kokmeeuwachtig kwèh. Zang een drielettergrepig, meermalen herhaald gekoer, 2e lettergreep langgerekt en benadrukt en 3e lager, doe-DOE-do, op afstand aan koekoek herinnerend.Habitat: Open bosgebieden en parken, meestal nabij menselijke nederzettingen. Ook in steden. Voedsel: Voornamelijk zaden en groene planten. Ook af en toe ongewervelden.Verspreiding: In 1900 broedde de Turkse tortel alleen in Turkije. Tot aan de jaren '30 verspreidde de Turkse tortel zich over de Balkan en tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog had de soort het grootste deel van Europa aan zijn areaal toegevoegd; de Nederlandse grens was bijna bereikt. In 1950 werd het eerste Nederlandse broedgeval gemeld, inmiddels heeft de soort geheel Europa veroverd, met uitzondering van Noord Scandinavië en IJsland. |